Zaterdag 1 november 2014
De steen des aanstoots
Zo reden we langs het somptueuze, presidentiële paleis in
opbouw van Abbas dat de ogen uitsteekt van de Palestijn met een gemiddeld jaarinkomen van 4.000 euro. Ongetwijfeld is dit ‘optrekje’ mede gefinancierd door u
en mij als belastingbetalers binnen de Internationale Gemeenschap; onze
solidariteit met het Palestijnse volk blijft ergens onderweg dus aan sticky fingers plakken …
Hamas werd groot, omdat het met deze corruptie van de
krokodillen* van de PA komaf wou maken. Zelf verrijkt de groepering zich dan weer door
taksen te heffen op alles wat via de
tunnels Gaza binnengesmokkeld wordt. De verborgen agenda van Hamas is echter
islamisering, waarvoor het al heel wat mensenlevens opofferde. Vele Palestijnen
in Gaza doorzien die wel, maar durven het niet gezegd te hebben. Uiteindelijk
zijn de echte helden voor Palestijnen de rechttoe-rechtaan Hamas-leden die voor
het plegen van aanslagen achter slot en grendel zitten …
In de voormiddag bezochten we Defense for Children
International (http://www.dci-palestine.org/),
een organisatie die o.a. met Amnesty International samenwerkt. Zij brengt
kinderrechtenschendingen in kaart, staat jongeren in rechtszaken juridisch bij
en maakt hen en hun opvoeders van de rechten van het kind bewust. Wat wij op
het kantoor van DCI hoorden, was om tinnitus van te krijgen: willekeurige
arrestaties van jongeren, allerlei schendingen van hun juridische rechten en grootschalige, psychologische foltertechnieken die geen sporen nalaten en dus
onbewijsbaar blijven. Maar wanneer ouders hun kind terug in de armen kunnen
sluiten, is het duidelijk niet meer hetzelfde …
Dit wil ik toch weerhouden: Israëlische jongeren (-18)
worden berecht voor een burgerlijke jeugdrechter, Palestijnse (-16) voor een
militaire rechtbank. Voor stenen gooien van Palestijnse kant staan 10 (‘towards
a stable object’) tot 20 jaar (‘towards a moving object’). In de praktijk
wordt er echter een minnelijke schikking getroffen van 4 tot 6 maanden. Het is
de snelste uitweg uit het systeem, te vlug echter om de onschuld van een kind
te bewijzen. Maar tegelijk wordt hiermee ook het hele systeem in stand gehouden
… (En zopas diende Netanyahu een wetsvoorstel bij de Knesset in om de wet nog te verstrengen ...)
Onze gids, een Amerikaanse Palestijn, voegde eraan toe dat
een dergelijke veroordeling je verdere leven tekent. Zijn zus trouwde met een
Palestijn uit Ramallah die ‘maar’ 18 maanden kreeg in ruil voor een
ondertekende bekentenis – als student was hij politiek actief op de
universiteit. Maar diens strafblad zorgt er heden voor dat 10.000 km hem al vijf
jaar van zijn echtgenote scheidt …
Na een half uur omrijden dankzij een joodse nederzetting –
wij, toeristen, kunnen het tussen de bergen met terrasbouw nog optimistisch ‘sightseeing’
noemen – bereikten we het van de buitenwereld afgesneden dorp Nabi Saleh. Tussen
de rubberkogels, traangasgranaten en geluidsbommen door stapten we op Nariman
af, een van de protagonisten in de documentaire met de voor ons misleidende
titel Thank God It’s Friday. (http://www.tgifdoc.com/) (Waarom het Israëlische filiaal van YouTube de trailer van de docu verwijderde ...)
Na de zesdaagse oorlog in 1967 werden de akkers mét waterput
van de inwoners van Nabi Saleh bezet gebied (= voor militaire doeleinden). In
1976 streken de eerste kolonisten er echter illegaal neer. Vandaag protesteren de Palestijnse
dorpsbewoners nog elke vrijdag tegen deze joodse nederzetting die 'Halamish' gedoopt werd. Daaraan
nemen ook Israeli’s deel en buitenlandse activisten. Het is een strijd van de druppelende
waterkranen tegen de zwembaden, van de steenslingers tegen de voor deze
situatie speciaal ontworpen traangasgranatenkanonnen, van bloed en dood tegen
een pijntje en een blauwe plek … van David tegen Goliat, alweer. (Een vrijdag in Nabi Saleh ...)
Op onze vraag over geweld(loosheid) stak een van de
dorpsouderen een rede af: ‘Volgens het Internationale Recht mogen wij onder
bezetting alle middelen aanwenden. Het is onze plicht om ons, afhankelijk van tijd en plaats, al dan niet met geweld te
verzetten. Na 9/11 kwam er in onze gemeenschap echter een debat over het
gebruik van geweld op gang. We zagen in dat geweld contraproductief werkte. Aan
de populaire verzetsmethoden van de 1ste intifada (bijv. zitstaking)
zou iedereen in onze gemeenschap dan weer kunnen deelnemen. Maar de steen is en
blijft een historisch symbool van verdediging en maakt deel uit van onze
natuurlijke leefomgeving. Toch is de steen naast een verweermiddel ook een
teken van verzet tegen de bezetting. Laten we eerlijk zijn: hoe dodelijk is een
steen tegen soldaten en militaire voertuigen? What could a stone do against a fully equipped
army?’
In de namiddag werd het verhaal van de steen vervolgd: ‘Als
we onze kinderen stenen zien gooien, dan sturen we ze huiswaarts om met hun
diabolo te oefenen.’ Aan het woord was Naief Al Goul, trainer op de Palestinian
Circus School, opgericht door de Vlaamse Jessika Devlieghere en haar
Palestijnse echtgenoot met de steun van Vlaanderen en België. (http://home.palcircus.ps/)
Ter plaatse, maar
ook in vluchtelingenkampen en vrouwencentra op de Westbank, biedt de school jongeren
ontspanning aan en leert ze hun om zich geweldloos uit te drukken. Ook al heeft
de circusschool al enkele internationale professionals afgeleverd, toch is dit
niet de doelstelling. Voorop staat het sociaal werk.
De titels van voorstellingen van de Palestinian Circus
School lieten weinig aan de verbeelding over, of net wel: The Wall
bijvoorbeeld, een schaduwspel achter een scherm dat de muur verzinnebeeldt die
families van elkaar scheidt. Op het einde van de show volgt de droom, de hoop: het
kapotscheuren van het scherm, het omverwerpen van de muur.
Wij kregen tot slot een filmpje te zien van een andere voorstelling
met een even sterke titel: Dreams for sale.
De laatste steen van de dag was die van het graf
van Yasser Arafat die naar aanleiding van de Oslo-akkoorden in 1993 (die
grotendeels dode letter bleven) de Nobelprijs voor de Vrede won. Of we de
PLO-leider ook effectief een laatste groet gebracht hebben, blijft echter de
vraag. ‘Hopefully he’s there, because they keep digging him up.’ Niets
algemeen-menselijks is ook de Palestijnen vreemd, zoals geloven in een complottheorie gelijk de vergiftiging van Arafat in 2004 …
*’Iemand die tracht te verzoenen, is hij die een krokodil
voedert in de hoop dat die hem pas als laatste zal opeten.’ (Sir W. Churchill)
Vrijdag 31 oktober 2014
|
De amusante achterhoede in Wadi Qelt |
|
Een De Weverke in Palestina |
|
Desolate in the desert |
|
De Rotskoepel vanuit de Dominus Flevit kerk |
Misschien heeft u vandaag in De Standaard over ons gelezen? Over hoe wij eergister aanschoven voor
een bezoek aan de Tempelberg en door arrogante, radicale joden voorbijgestoken werden
– hier zou dat routine zijn voor uitverkorenen Gods die meer rechten hebben dan
anderen. En over hoe wij getuige waren van hun provocerende aanwezigheid op de
islamitische Tempelberg, met in hun kielzog het gescandeerde ‘Alahoe akbar’ door Palestijnse vrouwen.
Deze provocatie vormde de rechtstreekse aanleiding tot de
aanslag op één van die joden, het sluiten van het tempelplein en het uitroepen
van deze dag (met islamitisch vrijdaggebed én begin van de joodse sabbat) tot
een ‘day of rage’. Onze
avondactiviteit ‘Jerusalem by night’ dreigde
hierdoor in het gedrang te komen …
We lieten het ’s ochtends nog even allemaal achter ons … in
de woestijn, met een indrukwekkende wandeling in de canyon Wadi Qelt. Her en
der in de rotswanden waren er grotten, waarin waaghalzen van monniken zich
terugtrokken. Hadden ze hun climbing
skills van de alomtegenwoordige marmotten (correctie: hyraxen) afgekeken? Had Jezus dezelfde
halsbrekende toeren uitgehaald, toen hij 40 dagen in deze Negev-woestijn over
Zijn roeping ging bezinnen?
De groep zat er alleen wat mee in dat ik door mijn
hoogtevrees langs de steile afgronden geblokkeerd zou raken en voor oponthoud
zou zorgen. Maar dat is slechts 1 keer gebeurd …
Op de Dode Zee was ik onder de indruk van de draagkracht van
het water met mijn tempel van een lichaam als last. Toch spuugde het meer uit
misnoegdheid om mijn drukkende massa af en toe een zoutwaterdruppel in het oog
… (Aan deze unieke activiteit ging er binnen de groep wel een hevig debat
vooraf, omdat de uitbaters van de badplaats joodse kolonisten zijn. En die
wilden wij natuurlijk economisch boycotten …)
In de namiddag keerden we naar de orde van de dag van woede
in Jeruzalem terug. Heel symbolisch bezochten wij er de plaatsen van Jezus’
laatste uren: Hof van Olijven, Getsemane ‘et cetera et cetera’. Wij baden in de kerk Dominus Flevit (om Jeruzalem),
architecturaal als een traan vormgegeven, om vrede in het Heilige Land, terwijl
vanuit de wijk Silwan voortdurend knallen te horen en te zien waren en
traangasrookpluimen opstegen …
Omdat de economie in de soeks van Israëls officieuze,
ondeelbare hoofdstad vandaag te lijden had onder de afwezigheid van toeristen,
zijn wij de winkeliers dan nog maar een financieel hart onder de riem gaan steken:
sjaals kiezen en onzeker kopen voor vrouwlief. Maar als ze niet zullen passen
bij haar uitgebreide garderobe en haar lokken die zich om de zoveel maanden als
kameleons gedragen, is dat de aanzet tot een ‘day of rage’ om pas écht bang voor te zijn …